reisvoorwaarden

Reisvoorwaarden Stupor Mundi

Op alle overeenkomsten met Stupor Mundi zijn deze reisvoorwaarden  van toepassing.

Artikel 1: Definities

1.1 Reisovereenkomst: de overeenkomst waarbij de reisorganisator zich jegens zijn wederpartij verbindt tot het verschaffen van een door hem aangeboden van te voren georganiseerde reis die tenminste twee van de volgende diensten omvat: a. vervoer; b. verblijf; c. een andere, niet met vervoer of verblijf verband houdende toeristische dienst, die een significant deel van de reis uitmaakt.

1.2 Reisorganisator: Stupor Mundi c.q. Gregor Dijkhuis, die op eigen naam aan het publiek of aan een groep personen een van te voren georganiseerde reis aanbiedt.

1.3 Reiziger: een door de reisorganisator te vervoeren persoon in het kader van een reisovereenkomst.

Artikel 2:Totstandkoming overeenkomst

2.1 Elk aanbod van de reisorganisator is herroepelijk, ook als daarin een termijn voor aanvaarding is vermeld. Elk aanbod tot het aangaan van een reisovereenkomst is vrijblijvend en kan derhalve door deze worden herroepen, zelfs nadat de reiziger het aanbod heeft aanvaard. Herroeping van een vrijblijvend aanbod dient binnen 3 werkdagen na ontvangst van de aanvaarding te geschieden.

2.2 Degene die namens of ten behoeve van een ander een overeenkomst aangaat, is hoofdelijk aansprakelijk voor alle verplichtingen die uit de overeenkomst voortvloeien. De (andere) reiziger(s) is (zijn) voor zijn (hun) eigen deel aansprakelijk.

Artikel 3: Prijzen

3.1 De reisorganisator is bevoegd de stijging van aan de uitvoering van de overeenkomst verbonden kosten, bijvoorbeeld tengevolge van de stijging van brandstofkosten, van loonkosten, van de prijzen van consumpties of van verschuldigde heffingen, middels een verhoging van de overeengekomen ritprijs door te berekenen aan de reiziger.

De reiziger kan deze verhoging afwijzen. Ten aanzien van een dergelijke afwijzing en de gevolgen daarvan geldt hetgeen hierna is bepaald onder 6.2 en 6.3.

3.2 De reisorganisator is tot 20 dagen voor de aanvang van de reis bevoegd de overeengekomen reissom te verhogen in verband met wijzigingen in de vervoerkosten met inbegrip van brandstofkosten, de verschuldigde heffingen of de toepasselijke wisselkoersen. De reiziger kan de verhoging afwijzen. Ten aanzien van een dergelijke afwijzing en de gevolgen daarvan geldt hetgeen hierna is bepaald onder 6.2 en 6.3. Een dergelijke wijziging in de kosten zal ook kunnen leiden tot verlaging van de reissom, tenzij dit, gelet op de daaraan verbonden kosten, in redelijkheid niet van de reisorganisator gevergd kan worden.

Artikel 4: Betaling; rechtshandhaving

4.1 De reisorganisator is steeds gerechtigd van de reiziger betaling van een voorschot resp. vooruitbetaling op de gehele reissom te verlangen. De reiziger dient het voorschot resp. de vooruitbetaling binnen de door de reisorganisator te bepalen termijn te betalen. Bij gebreke van een dergelijke termijnaanduiding dient het voorschot resp. de vooruitbetaling tenminste 14 dagen voor de vertrekdatum aan de reisorganisator te zijn betaald. Ingeval de reiziger verzuimt het voorschot resp. de vooruitbetaling tijdig te betalen, is de reisorganisator bevoegd de reisovereenkomst te ontbinden en is de reiziger gehouden aan de reisorganisator de door deze reeds gemaakte kosten resp. overige schade te vergoeden. Deze schadevergoeding zal tenminste 30% van de reissom bedragen.

4.2 Bij totstandkoming van een reisovereenkomst dient de reiziger binnen een door de reisorganisator te stellen termijn een aanbetaling te verrichten ter hoogte van 15% van de reissom. Indien deze betaling niet direct resp. tijdig door de reisorganisator is ontvangen, is de reisorganisator bevoegd de reisovereenkomst te ontbinden, zonder dat de reiziger aanspraak op schadevergoeding heeft.

4.3 De reiziger dient (het restant van) de reissom uiterlijk 6 weken voor de dag van aanvang van de reis te hebben betaald aan de reisorganisator. Deze betalingstermijn geldt als een fatale termijn. Bij niet-tijdige betaling is de reiziger in verzuim en heeft de reisorganisator de bevoegdheid om ofwel met inachtneming van het bepaalde onder 4.4 de reissom te incasseren dan wel om de reisovereenkomst te ontbinden. In geval van ontbinding is de reiziger schadevergoeding verschuldigd, berekend overeenkomstig het bepaalde onder 5.1 van deze voorwaarden.

4.4 In geval van enige niet-tijdige betaling is de reiziger zonder dat ingebrekestelling of aanmaning nodig is, in verzuim en wordt hij over het achterstallige bedrag een direct opeisbare boete verschuldigd van 1,5% per maand. Een gedeelte van een maand geldt in dit verband als een hele maand.

4.5 Alle kosten, zowel buitengerechtelijke als gerechtelijke (inclusief de kosten van juridische bijstand), die voor de reisorganisator verbonden zijn aan de handhaving van zijn rechten jegens de reiziger, komen voor rekening van de reiziger. De buitengerechtelijke kosten bedragen tenminste 10% van het verschuldigde bedrag, met een minimum van € 75.

Artikel 5: Annulering

5.1 Indien de reiziger de reisovereenkomst opzegt wegens een omstandigheid die voor zijn rekening komt - zoals ziekte of familieomstandigheden - is hij verplicht de dientengevolge door de reisorganisator geleden schade te vergoeden. Tenzij partijen anders zijn overeengekomen - met inbegrip van het geval dat de reisorganisator in zijn prospectus of andere publicatie een afwijkende annuleringsregeling heeft vermeld - is de reiziger de navolgende schadevergoeding aan de reisorganisator verschuldigd: a. bij opzegging eerder dan 56 dagen voor de dag van vertrek: € 15% van de reissom; b. bij opzegging vanaf de 56e dag tot 28 dagen voor de dag van vertrek: 35% van de reissom; c. bij opzegging vanaf de 28e dag tot 14 dagen voor de dag van vertrek: 50% van de reissom; d. bij opzegging vanaf de 14e dag tot 7 dagen voor de dag van vertrek: 90% van de reissom; e. bij opzegging vanaf 7 dagen voor de dag van vertrek of tijdens de reis: de volledige reissom.

5.2 Indien een of meer reizigers die gezamenlijk met een of meer andere reizigers voor een verblijf bepaalde accommodatie hebben geboekt hun reisovereenkomst opzeggen, geldt zodanige opzegging tevens als opzegging door die andere reiziger(s) van de met hem (hen) gesloten reisovereenkomst(en) en zijn ook deze reizigers tot schadevergoeding op de voet van 5.1 gehouden.

5.3 De opzeggingsbevoegdheid kan tijdens de reis niet worden uitgeoefend wanneer daardoor de reis van het voertuig zou worden vertraagd. Opzegging door de reiziger kan vóór aanvang van de reis slechts schriftelijk geschieden.

Artikel 6: Wijziging van de overeenkomst

6.1 De reisorganisator is bevoegd de reisovereenkomst op een wezenlijk punt te wijzigen wegens gewichtige, de reiziger zo spoedig mogelijk meegedeelde, omstandigheden. De reiziger kan de wijziging afwijzen. Indien de reisorganisator de reisovereenkomst op een niet-wezenlijk punt wijzigt wegens gewichtige, de reiziger onverwijld meegedeelde omstandigheden, kan de reiziger de wijziging slechts afwijzen indien zij hem tot nadeel van meer dan geringe betekenis strekt.

6.2 De reiziger dient zijn eventuele afwijzing zo spoedig mogelijk aan de reisorganisator mee te delen, bij gebreke waarvan de afwijzing geen effect sorteert.

6.3 In geval van afwijzing door de reiziger als bedoeld onder 6.2, kan de reisorganisator de reisovereenkomst opzeggen. De reisorganisator dient deze opzeggingsbevoegdheid zo spoedig mogelijk uit te oefenen. In geval van zodanige opzegging heeft de reiziger recht op teruggave of kwijtschelding van de reissom of, indien de reis reeds ten dele is genoten, een evenredig deel daarvan.

Artikel 7: Opzegging wegens te geringe deelname of wegens overmacht

7.1 De reisorganisator is bevoegd de reisovereenkomst op te zeggen zonder dat hij de reiziger enige schadevergoeding is verschuldigd, wanneer het aantal aanmeldingen kleiner is dan het vereiste minimum aantal en de reiziger binnen de in de reisovereenkomst aangegeven termijn schriftelijk van de opzegging in kennis is gesteld, of wanneer nakoming van de reisovereenkomst onmogelijk is dan wel wordt bemoeilijkt door abnormale en onvoorzienbare omstandigheden die onafhankelijk zijn van de wil van de reisorganisator en waarvan de gevolgen ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet konden worden vermeden.

7.2 De reisorganisator is bevoegd de reisovereenkomst op te zeggen ingeval de nakoming daarvan onmogelijk wordt gemaakt resp. wordt bemoeilijkt door een omstandigheid die buiten zijn macht is gelegen; als zulk een omstandigheid wordt ondermeer  beschouwd staking van ondergeschikten en/of hulppersonen van de reisorganisator.

7.3 In geval van opzegging heeft de reiziger recht op teruggave of kwijtschelding van de reissom of, indien de reis reeds ten dele is genoten, een evenredig deel daarvan.

Artikel 8: Aansprakelijkheidsbeperking

8.1 Ingeval de reisorganisator of de door hem aangewezen vervoerder rechtens aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger tengevolge van een ongeval dat in verband met en tijdens het vervoer aan de reiziger is overkomen, en/of schade veroorzaakt door geheel of gedeeltelijk verlies dan wel beschadiging van diens bagage, ontstaan tijdens het vervoer, is zijn aansprakelijkheid voor deze schaden, behoudens - kort gezegd - in geval van opzet of bewuste roekeloosheid van de reisorganisator of vervoerder zelf, op grond van artikel 8:1157 BW beperkt tot de bij of krachtens de op grond van dit wetsartikel uitgevaardigde algemene maatregel van bestuur bepaalde bedragen. De reisorganisator of de door hem aangewezen vervoerder is niet aansprakelijk in geval van verlies van of beschadiging van geldstukken, verhandelbare documenten, goud, zilver, juwelen, sieraden, kunstvoorwerpen of andere zaken van waarde.

8.2 De reisorganisator of de door hem aan te wijzen vervoerder is jegens de reiziger niet aansprakelijk voor enige andere schade dan bedoeld onder 8.1, zoals bijv. schade veroorzaakt door vertraging in het vervoer, behoudens indien deze schade het gevolg is van handelen of nalaten van hem zelf, geschied hetzij met het opzet de schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en met de wetenschap, dat die schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien.

8.3 De aansprakelijkheid van de reisorganisator voor andere schade dan veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger evenals derving van reisgenot, is beperkt tot de reissom. Indien op een in de reisovereenkomst begrepen dienst een verdrag van toepassing is dat een uitsluiting of beperking van aansprakelijkheid toekent of toestaat aan de reisorganisator, geldt deze uitsluiting resp. deze beperking tot het  laagste ten gunste van de reisorganisator toegestane bedrag.

Artikel 9: Diverse verplichtingen van de reiziger

9.1 De reiziger is gehouden zich tijdens de reis te gedragen overeenkomstig de redelijke aanwijzingen zijdens de vervoerder resp. reisorganisator. De reiziger dient in het bezit te zijn van een identiteitsbewijs en dit op verzoek te tonen. De reiziger is verplicht voor de aanvang van de reis zijn bagage deugdelijk te verpakken (onder meer ter voorkoming van schade aan andere bagage of de bus) en duidelijk te voorzien van een aanduiding van zijn naam, adres en  bestemming. De vervoerder resp. reisorganisator is bevoegd het vervoer van bagage te weigeren indien het aantal of omvang van de door de reiziger aangeboden colli niet redelijk is en of het gewicht hoger is dan 20 kg per persoon. Het is de reiziger verboden:

a. drugs. explosieven, wapens, zuurstofflessen of gevaarlijke stoffen in zijn bagage of anderszins met zich te dragen; b. tijdens het rijden te staan of te lopen in de bus en/of (hete) drank te gebruiken, tenzij voor eigen risico van de reiziger; c. elektronica zoals  mobiele telefoons te gebruiken, behoudens voor zover dit door de vervoerder wordt toegestaan. De reiziger is verplicht zich tijdens vervoer per bus te onthouden van: a. beschadiging en/of verontreiniging van de bus; b. het gebruik van alcoholhoudende dranken, tenzij met uitdrukkelijke toestemming zijdens de vervoerder resp. reisorganisator, alsmede het gebruik van verdovende middelen;c. het aanraken van noodvoorzieningen, zoals nooddeur en noodluik; d. het roken zonder toestemming van de chauffeur; e. het op enigerlei wijze hinderen van het personeel in de uitoefening van zijn taak; f. het veroorzaken van hinder en overlast voor  medereizigers of weggebruikers, waaronder het morsen van hete drank.

9.2 De vervoerder resp. reisorganisator is bevoegd verder vervoer aan de reiziger te (doen) ontzeggen en hem te (doen) gelasten de bus onmiddellijk te verlaten, indien de reiziger in strijd handelt met de hiervoor onder 9.1 vermeide verplichtingen.

9.3 De reiziger is voorts gehouden de veiligheidsgordels voor zover aanwezig tijdens het rijden te bevestigen, alle voor de reis noodzakelijke reisdocumenten, zoals onder meer paspoort en visum, bij zich te dragen, tijdig aanwezig te zijn voor het vertrek en ook steeds tijdig weer aanwezig te zijn voor het vertrek bij tussenstops. Ingeval het niet beschikken over de noodzakelijke documenten resp. het niet-tijdig aanwezig zijn of de niet-tijdige terugkeer van de reiziger tot vertraging van betekenis kan leiden is de vervoerder resp. reisorganisator bevoegd het vervoer resp. de reis ten aanzien van deze reiziger niet verder uit te voeren, zonder dat de opdrachtgever of de reiziger ter zake aanspraak heeft op enige schadevergoeding of restitutie van enig deel van de reissom.

9.4 Onverminderd hetgeen hiervoor is bepaald onder 9.1 tot en met 9.3 is de reiziger gehouden aan de vervoerder resp. reisorganisator de schade te vergoeden die deze eventueel heeft geleden en nog zal lijden doordat de reiziger in strijd heeft gehandeld met een van de hiervoor vermelde verplichtingen.

Artikel 10: Klachten; bevoegde rechter

10.1 Ingeval de reiziger een klacht heeft over de totstandkoming of uitvoering van de overeenkomst dient de reiziger zijn desbetreffende klacht direct, schriftelijk of in een andere passende vorm te richten tot de reisorganisator opdat deze een passende oplossing kan zoeken.

10.2 Indien de klacht niet tijdens de uitvoering van de overeenkomst naar genoegen van de reiziger wordt opgelost, kan deze uiterlijk binnen een maand na uitvoering van de overeenkomst dan wel, indien de reis geen doorgang heeft gevonden, binnen een maand na de geplande vertrekdatum een schriftelijke en gemotiveerde klacht indienen bij de reisorganisator. Indien de klacht betrekking heeft niet op de uitvoering maar op de totstandkoming van de overeenkomst, dient de klacht binnen een maand na de desbetreffende handelwijze van de reisorganisator bij deze te worden ingediend.

10.3 De reisorganisator moet een klacht binnen een maand na indiening daarvan afhandelen. Indien de reisorganisator de klacht niet tijdig resp. niet naar genoegen van de reiziger heeft afgehandeld, kan deze zich wenden tot de volgens de wet bevoegde Kantonrechter resp. ingeval de vordering behoort tot de bevoegdheid van de Arrondissementsrechtbank, tot die Rechtbank binnen wier rechtsgebied de reisorganisator is gevestigd, zulks onverminderd het recht van de laatste zich te wenden tot een andere volgens de wet bevoegde Rechtbank.

10.4 Onverminderd de wettelijke bepalingen van dwingend recht m.b.t. verjaring van rechtsvorderingen en het bepaalde inzake het verval bij niet tijdige kennisgeving als bedoeld in artikel 8:1753 BW, vervalt overigens elk vorderingsrecht van de reiziger een jaar na uitvoering van de overeenkomst resp. een jaar na de geplande vertrekdatum of na de datum waarop de gewraakte handelwijze van de reisorganisator m.b.t. de totstandkoming van de overeenkomst heeft  plaatsgevonden.

Artikel 11:Toepasselijk recht

11. Op alle vervoer- of reisovereenkomsten is het Nederlands recht van toepassing.