Innocentius III

Responsive image

 

 

karakter en persoonlijke aard

 Innocentius III was een man van de wereld. Energiek, met een smal gezicht, een scherp verstand en een heftig temperament. Hij werd bewonderd om zijn elegante verschijning en geroemd om zijn edelmoedigheid. Zijn soberheid was opmerkelijk, net als zijn werklust. Men zei dat de paus at als een muis en sliep als een olifant: bijna nooit.

Al gold hij als een asceet, bescheiden was Innocentius niet. Zijn vermeende ijdelheid werd flink bespot. Zo deed het verhaal de ronde over het naadloze gewaad van Christus, dat in de basiliek van Lateranen werd bewaard. Innocentius zou het hebben gepast om te zien of de Heer misschien kleiner was geweest dan hij. Maar hij zou teleurgesteld zijn: het gewaad was hem veel te groot. 

Innocentius III als geestelijk vorst

Innocentius III, mogelijk de belangrijkste paus uit de geschiedenis, is een van de dominerende persoonlijkheden uit de middeleeuwen. Hij geldt als belangrijk kerkhervormer, speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van het Kerkelijk Recht en was een van de grootste juristen van zijn tijd. Zijn grootste bekendheid verwierf Innocentius door zijn hartstochtelijke inzet voor de Vierde Kruistocht (1204), de kerkhervormingen van het Vierde Concilie van Lateranen (1215) en de verbetenheid van zijn kettervervolging. Hij gaf Franciscus van Assisi toestemming voor het stichten van zijn Orde, en steunde ook de opkomende Orde der Dominicanen. Hij moderniseerde de Curie door het aanstellen van kardinalen met een universitaire scholing

Innocentius III als wereldlijk vorst

Ook als wereldlijk vorst had paus Innocentius III hoge aspiraties. Hij was een bekwame machtspoliticus, die Rome zijn afhankelijkheid bezorgde als hoofdstad van de Kerkelijke Staat en de Kerkelijke bezittingen in Midden-Italië behendig wist te verdubbelen. Zijn grootste zorg, en die van de pausen na hem, was te voorkomen dat het Keizerrijk en het Koninkrijk Sicilië in één hand verenigd zouden worden. Dat zou de omsingeling van het Patrimonium Petri betekenen, en het einde van de Kerk als wereldlijke macht.

opvattingen over het pausdom

“Minder dan God, maar meer dan de mensen.” Het devies van Innocentius III toont hoe hij zichzelf als paus zag. Hij was overtuigd dat zijn pauselijke macht hem door God zelf gegeven was. Het aanzien dat hij op grond daarvan opeiste, was daarmee in overeenstemming: “In ons wordt God vereerd als wij vereerd worden, en geminacht als wij geminacht worden.” Innocentius zag zichzelf niet slechts als opvolger van Petrus; hij was de plaatsvervanger van God zelf, de opperrechter van het christendom, die gerechtigd was “recht te spreken over allen, maar door niemand berecht te worden.” Zonder enige terughoudendheid eiste hij daarom het geestelijk en wereldlijk oppergezag op, óók over koningen en keizers.

 

Innocentius III en Frederik II

Kort nadat hij paus was geworden, werd Innocentius III door Constanza van Altavilla gevraagd voogd te zijn voor haar onmondige zoon, en regent voor het koninkrijk Sicilië. Toen zij twee dagen later stierf, lag het lot van de jonge wees en dat van de Regno in handen van paus Innocentius. De ambitieuze kerkvorst besteedde weinig aandacht aan die taak, maar zag wel nauwlettend toe op de tijdige betaling van de grote bedragen die door Constanza als vergoeding beschikbaar waren gesteld.

De zorg voor Frederiks opvoeding werd overgelaten aan een kroonraad; zelf onderhield Innocentius alleen middels kille, afstandelijke brieven contact met zijn pupil. Als regent van Sicilië spande Innocentius zich evenmin erg in. Hij liet toe dat de staatskas werd geplunderd, en verhinderde niet dat het koninkrijk tot een bestuurlijke chaos verviel. Pas toen de belangen van zijn jonge beschermeling overeen kwamen met die van de Kerk, kwam Innocentius in actie. Dat keizer Otto IV zich meester wilde maken van het koninkrijk Sicilië, was niet alleen een bedreiging voor de weerloze Frederik, maar ook voor de Kerk, die andermaal het spookbeeld zag opdoemen van een vereniging van Rijk en Regno.

Innocentius deed Otto IV in de ban en bewerkstelligde zijn ondergang. Voor Frederik was de excommunicatie en de afzetting van zijn tegenstrever van cruciaal belang. Hoewel Innocentius zijn rol als voogd en regent waarschijnlijk beter kunnen vervullen, was Frederik zijn pauselijke “helper en beschermer” daarom toch bijzonder dankbaar. Aan het begin van zijn avontuurlijke tocht naar Duitsland, getuigde de jonge Staufer daarvan tijdens de enige persoonlijke ontmoeting die hij had met paus Innocentius. De trotse kerkvorst ontving de ontwapenend jeugdige koning in zijn privévertrekken. Het klikte verrassend goed tussen de twee. Behalve een bescheiden geldbedrag, gaf Innocentius “de bedelkoning” ook aanbevelingsbrieven mee, waarna hij geroerd afscheid nam van Frederik “..als een moeder die haar zoon uit haar armen laat vertrekken.”

 Hoe de verhouding tussen Frederik en Innocentius zich verder zou hebben ontwikkeld, is een boeiende vraag. Tot welke aanvaringen de hooghartigheid van beide vorsten geleid zou hebben, zullen we nooit weten. Op 16 juli 12116 – slechts 55 jaar oud - sterft Innocentius III onverwacht aan een koortsaanval. Twee dagen later wordt hij opgevolgd door Honorius III. Diens lijfspreuk “Ik wil liever in mildheid dan in strengheid besturen” zal Frederik als muziek in de oren hebben geklonken.